We staan als flexbranche misschien wel aan de vooravond van de grootste hervorming ooit. De tsunami van nieuwe wet- en regelgeving, de nieuwe cao, de enorme kostprijsstijgingen en de groeiende arbeidsmarktkrapte, maken het er voor de uitzendbranche niet makkelijker op. Wat nu; je backoffice uitbesteden, je bedrijf verkopen, kop in het zand? Laten we eens beginnen met een helder overzicht van de actuele ontwikkelingen in de flexbranche.
Vanaf 1 januari 2026 staat alles in het teken van de nieuwe cao voor uitzendkrachten. Die cao draait in de kern om één ding: gelijkwaardige beloning. Uitzendkrachten moeten minimaal gelijkwaardig worden beloond aan vaste medewerkers bij de opdrachtgever, inclusief alle onderdelen die in geld te waarderen zijn. In de praktijk betekent dit dat de hele beloningssystematiek verschuift: niet langer een eigen, eenvoudigere uitzendregeling ernaast, maar één-op-één aansluiten op de arbeidsvoorwaarden van de inlener. De Standaard Uitvraag Gelijkwaardige Beloning (SUGB) van ABU/NBBU en WijzerBelonen wordt daarbij het praktische instrument om alle arbeidsvoorwaarden van inleners systematisch uit te vragen en vast te leggen. Diverse softwarepakketten zijn deze aan het vertalen naar een bruikbaarder, digitaal model.
Belangrijk daarbij is de kanttekening dat de algemeenverbindendverklaring (avv) van de nieuwe cao waarschijnlijk nog wel even op zich laat wachten. Tot die tijd geldt de cao formeel alleen voor leden van ABU/NBBU en voor partijen die de cao expliciet van toepassing verklaren. Tegelijk is duidelijk dat de beweging richting gelijkwaardige beloning breder is dan alleen cao-afspraken: rechters en toezichthouders kijken steeds kritischer naar verschillen tussen uitzendkrachten en vaste medewerkers, zie ook het Dosign-arrest.
Op 1 juli 2026 schuift het zwaartepunt verder richting de wet. Dan treedt het onderdeel gelijke beloning uit de Wet meer zekerheid flexwerkers (Wmzf) naar verwachting in werking. Vanaf dat moment wordt de kern van die beloningsregels niet alleen via de cao geregeld, maar ook wettelijk verankerd. Daarmee wordt gelijke beloning een wettelijke ondergrens voor iedereen, óók als de cao (nog) niet avv is of een partij formeel geen cao-partij is. In combinatie met eerdere rechterlijke uitspraken ontstaat dan een stevig juridisch kader waar cao, wet en jurisprudentie in dezelfde richting wijzen.
Voor 2026 moeten uitzenders dus hun hele basis opnieuw inrichten: beloningsafspraken met inleners, kostprijsmodellen, reserveringen in tijd in plaats van geld en de manier waarop ze informatie over arbeidsvoorwaarden vastleggen, controleren en doorrekenen. In 2026 bereidt de politiek de invoering van het toelatingsstelsel verder voor en scherpen de Nederlandse Arbeidsinspectie en Belastingdienst hun toezicht aan. Het Jaarplan Nederlandse Arbeidsinspectie 2026 laat zien dat schijnconstructies, uitzendbureaus en naleving van arbeidsvoorwaarden nadrukkelijk in beeld blijven als risicogebied.
Vanaf 1 januari 2027 komt alles samen. De verwachting is dat dan de Wmzf volledig van kracht wordt: niet alleen beloning, maar ook de nieuwe systematiek van basiscontracten, het verbod op nul-uren en het wettelijk vastleggen van de fasen A en B voor uitzendkrachten. Flex wordt daarmee juridisch minder vrijblijvend en meer voorspelbaar, zowel qua uren als qua inkomen.
Op dezelfde datum treedt ook de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (Wtta) in werking. Vanaf dan is het principe simpel: zonder toelating geen uitleen meer. Uitzenders, detacheerders, payrollers en buitenlandse uitleners moeten een officiële toelating hebben, inclusief toetsing aan een uitgebreid normenkader, een Verklaring Omtrent het Gedrag voor rechtspersonen en een waarborgsom van € 100.000,-. De Nederlandse Arbeidsinspectie controleert of de regels worden nageleefd; de nieuwe Nederlandse Autoriteit Uitleenmarkt (NAU) beheert een openbaar register met toegelaten uitleners.
De route richting 2028 is daarbij helder: 2027 is het jaar van toelaten, beoordelen en registreren; vanaf 1 januari 2028 wordt daadwerkelijk gehandhaafd en mogen inleners alleen nog samenwerken met toegelaten uitleners.
Tegelijk lopen er in deze periode nog twee onzekerheden doorheen. De eerste is de avv van de nieuwe cao: zolang die nog niet geldt, ontstaat er een hybride situatie tussen bedrijven die de cao volgen en bedrijven die formeel (nog) buiten schot lijken te blijven, maar wel te maken krijgen met Wet meer zekerheid flexwerkers, Wtta-normenkader en rechterlijke uitspraken. De tweede is de zzp-wetgeving. Er ligt een nieuw Beslis- en afwegingskader voor beoordeling van arbeidsrelaties, dat de grens tussen werknemerschap en ondernemerschap explicieter maakt, vooral rond gezag en organisatorische inbedding. Het politiek traject rond Vbar en een nieuwe zelfstandigenwet is echter nog niet afgerond. Dat maakt het speelveld voor zzp-bemiddeling voor nu onzeker, terwijl de handhaving op schijnzelfstandigheid wél wordt opgevoerd.
Als je dat alles naast de arbeidsmarktprognose legt, wordt het beeld compleet. UWV verwacht tot 2027 nauwelijks banengroei – een stijging van ongeveer 1,1% ten opzichte van 2024 – maar wel aanhoudende krapte en een verschuiving van werkgelegenheid: groei in informatie en communicatie, specialistische zakelijke diensten en zorg & welzijn, krimp in onder andere landbouw, uitzendbureaus en overige zakelijke dienstverlening. Tegelijk zorgt de hervatting van volledige handhaving op schijnzelfstandigheid naar verwachting voor een gedeeltelijke verschuiving van werken als zelfstandige naar werken in loondienst.
Chronologisch gezien betekent dit voor uitzenders het volgende: 2026 is het jaar waarin je je beloning, kostprijs en contractpraktijk in lijn brengt met de nieuwe cao en de aankomende wettelijke eisen. 2027 is het jaar waarin je naast die inhoudelijke en contractuele kant ook je licentie om te mogen uitzenden moet veiligstellen via de Wtta. En vanaf 2028 staat daar een harde grens onder: zonder toelating geen flex meer. Alles wat je nu inricht qua cao, Wmzf, Wtta, zzp-beleid en je positionering in een blijvend krappe markt, bepaalt hoe succesvol je de komende jaren gaat zijn. Dus als dit nog geen prioriteit had, dan nu hopelijk wel.